Garmin Edge instellingen

Garmin Edge instellingen

Deze uitleg is bedoeld voor iedereen die nieuw is met Garmin.
De uitleg is gericht op de Garmin Edge 830, maar kan ook gebruikt worden voor andere Garmin Edge apparaten.

De functies van de Garmin Edge 830 en Garmin Edge 1030 komen zo goed als overeen. De Garmin Edge 500/510/520/530 heeft minder functies en geen touchscreen. De gebruikte instellingen in deze handleiding zijn op alle Garmin Edge apparaten in te stellen.

De menu's hebben over het algemeen dezelfde benamingen, maar zitten soms op een net andere plaats.
De handleiding en de uitleg van de verschillende opties in de menu’s zijn bewust eenvoudig gehouden om de duidelijkheid te bevorderen.

Inhoudsopgave:

Wat heb ik nodig?

Garmin Edge instellen - apparaat

Veiligheidsinstellingen

Contacten voor noodgevallen

Hulp onderweg - verzend je locatie

Sensoren

Garmin Connect - koppelen met je telefoon

Garmin Edge Synchroniseren van je telefoon met Garmin Edge

Activiteitenprofielen

Activiteitenprofiel: Wielrennen

Activiteitenprofiel: Klimmen

Activiteitenprofiel: MTB

Wat heb ik nodig?

  1. Garmin Edge
  2. Een Garmin account
  3. Mobiele telefoon
  4. Garmin Connect - App op je mobiele telefoon.

Garmin Edge instellen - apparaat

Instellingen op je Garmin Edge
Als je je apparaat voor de eerste keer opstart wordt er automatische een menu geopend.
Volg de instructies op het scherm, als het menu hebt doorlopen staan de belangrijkste instellingen goed.



Garmin Edge startscherm
Systeeminstellingen


Selecteer Menusymbool
> Systeem

Scherm:
Auto helderh. > Aan
Time-out scherm > Blijft aan
Kleurmodus > Auto
Schermafbeelding > Aan

Widgetbeheer:
Zet alles uit

Gegevensopslag:
Opslag interval: Slim (1 seconde is niet aan te raden, het bestand wordt erg groot en het biedt weinig meerwaarde).
Cadans middelen: Zonder nullen
Vermogen middelen: Zonder nullen
Registreer HSV: Uit

Eenheden:
Afstand en snelheid: Metrisch
Hoogte: Metrisch
Positieweergave: hddd.mm.mmmm
Tijdweergave: 24 uur
Geluid: Je eigen voorkeur.

Opmerking: Als je een route rijdt en het geluid staat aan, dan krijg je 150 meter voor een afslag een geluidssignaal.

Taal voor tekst:
Nederlands

Herstel toestel / Systeemherstel
Het kan voorkomen dat je apparaat helemaal is vastgelopen, of dat je alle instellingen terug wil zetten naar de fabrieksinstellingen. Het herstellen van de fabrieksinstellingen kan ook handig zijn als je zelf per ongeluk instellingen hebt aangepast en niet meer weet hoe je deze weer terugzet.

Als je apparaat helemaal niet meer reageert:

  1. Houd de aan/uit knop op je apparaat tot 10 tot 15 seconden ingedrukt.
  2. Selecteer Menusymbool > Systeem > Herstel toestel > Standaardinstel​lingen herstellen > Vinkjesymbool.
  3. Alle fabriekinstellingen worden nu herstelt.

Opmerking: Als je de fabrieksinstellingen herstelt blijven al je ritten en routes gewoon op je apparaat staan.
Je herstelt de instellingen, je gooit verder niets weg.


Over:
Hier kun je zien of er software updates beschikbaar zijn.

Veiligheidsinstellingen

Selecteer Menusymbool > Veiligheid en tracking

Als je de veiligheidsinstelling wil gebruiken dan moet je apparaat met je telefoon verbonden zijn.
Ik heb zelf de meeste veiligheidsinstellingen uitgezet, maar het kan in sommige gevallen handig zijn.

Voorbeeld:
Je komt ergens met pech te staan, en je moet uitleggen waar je ergens langs de kant van de weg staat.
Je kunt je locatie eenvoudig doorgeven door op de knop “Ontvang hulp” te klikken.
Je locatie wordt dan als bericht naar je
”Contacten voor noodgevallen” verstuurd.


Contacten voor noodgevallen

De contacten voor noodgevallen stel je in op de Garmin Connect app op je mobiele telefoon.
Open de Garmin Connect app via je telefoon.



Als je de Contacten voor noodgevallen hebt ingesteld en je telefoon gesynchroniseerd met je Garmin Edge kun je de functie gebruiken.

Hulp onderweg - verzend je locatie

Selecteer Menusymbool > Veiligheid en racking > Ontvang hulp > Verzend

Overige veiligheidsinstellingen:
Zet alle overige instelling in het menu “Veiligheid en tracking” uit.
Ze werken niet goed, of voegen niets toe.

Sensoren

Selecteer Menusymbool > Sensors

Heb je een je een ANT+ hartslag, cadans of powermeter, dan kun je deze hier met je apparaat koppelen.
Ga je een van deze apparaten kopen, kies dan altijd voor een apparaat met ANT+ en geen Bluetooth (ANT+ verbruikt veel minder stroom).

Garmin Connect - koppelen met je telefoon

Selecteer Menusymbool > Connected functies > Telefoon

De telefoon koppel je met de Garmin Connect app op je mobiele telefoon.
Zorg dat Bluetooth zowel op je mobiele telefoon als op je Garmin Edge aanstaat.

Op je Garmin Edge
Open de "connected functies" > "Telefoon" op de Garmin Edge
Als er nog geen mobiele telefoon is gekoppeld dan is de knop “
Koppel smartphone” beschikbaar.
Klik op de knop en kies daarna “
Ga door”.

Open nu de Garmin Connect app op je mobiele telefoon:

Open het menu en ga naar "Garmin toestellen".
Kies je toestel uit het het keuzemenu, en volg de instructies op het scherm.

Je krijgt een beveiligingsmelding met een zescijferige code.
Klik op “Akkoord”.

Je Garmin Edge is nu verbonden met je mobiele telefoon.

Garmin Edge Synchroniseren van je telefoon met Garmin Edge


Als je een activiteit hebt gereden, wijzigingen in je account hebt gemaakt, een route hebt aangemaakt of geupload dan dien je ALTIJD je mobiele telefoon via de Garmin Connect app met je Garmin Edge apparaat te synchroniseren!

Alle activiteiten, wijzigingen, GPX routes, etc. zijn pas zichtbaar als je de mobiele telefoon gesynchroniseerd hebt met je Garmin Edge.

  1. Zet de Bluetooth verbinding op je mobiele telefoon aan.
  2. Open de Garmin Connect app op je telefoon.
  3. Ga naar “Garmin toestellen”.
  4. Zorg dat je Garmin Edge aanstaat (ook de Bluetooth verbinding).
  5. Klik op “Synchroniseer nu”.
  6. Je telefoon wordt nu gesynchroniseerd met de Garmin Edge.
  7. Als de synchronisatie is voltooid, zijn alle gegevens zichtbaar op je Garmin Edge.
  8. Heb je Strava aan je Garmin Edge gekoppeld, dan is je activiteit nu zichtbaar op Strava.


Activiteitenprofielen


Activiteitenprofielen zijn een belangrijk onderdeel van je Garmin Edge apparaat.
In je activiteitenprofiel stel je in welke schermen je wil zien, welke kaart er wordt gebruikt, en welke wegen de route volgt als je aan het navigeren bent.

Standaard zijn er al een aantal activiteitenprofielen ingesteld.
De standaard activiteitenprofielen kun je aanpassen of als basis kunt gebruiken om een nieuw profiel aan te maken.

Ik heb zelf de activiteitenprofielen zo ingesteld dat ik voldoende informatie in één oogopslag zie.
Ik heb ook heel veel functies uitgeschakeld omdat ik niet overladen wil worden met informatie.

Te veel informatie leidt af, en komt de veiligheid niet ten goede.
Je wil niet met allerlei instellingen en schermen bezig zijn onder het rijden.

Activiteitenprofiel: Wielrennen

Selecteer Menusymbool > Activiteitenprofielen

Naam: Wielrennen
Kleur: Kies wat je leuk vindt
Gegevensschermen:

>
Scherm 1:  Dit is het scherm dat je te zien krijgt als je de activiteit start.
Denk na hoeveel informatie je op één scherm wil tonen.

  • Hoe meer velden, hoe lastiger het is om alle velden in één keer te overzien.
  • Toon je te weinig informatie op één scherm, dan heb je meerdere schermen nodig.
  • Tip: Gebruik bij elke activiteitenprofiel dezelfde indeling voor het eerste scherm.
    Als de indeling altijd hetzelfde is, weet je welke velden waar staan.
    Je hoeft dan minder “te zoeken”.

Klik op “Scherm 1” > “Indeling en gegevensvelden

Rondesamenvatting > “Toon scherm” > Uit

Kaart:
> Toon kaart > Altijd
> Toon hoogteprofiel > Uit
> Indeling en gegevensvelden:

Dit zijn de twee velden die je in beeld hebt als je navigeert op de kaart.
Deze twee velden worden onderaan de kaart getoond.
Kies de twee velden die je op de kaart wil tonen.
Bijvoorbeeld “Snelheid” en “Afstand”.

Hoogte: > Toon scherm > Uit

Grouptrack lijst: > Uit

ClimbPro: > Uit (Alleen beschikbaar op de 830/1030)

Scherm 2: > Uit

Scherm 3: > Uit

Scherm 4: > Uit

Scherm 5: > Uit

Workout: > Bij active workout

Standaardrittype: Wielrennen

Segmenten: > Uit

Waarschuwingen: > Zet alles uit

Automatische functies:
> Auto Lap > Uit

> Auto Pause > Zodra gestopt
> Auto Scroll > Uit

Timer start-modus:  Auto > Startsnelheid > 10KM

Voeding Hydratatie:  > Uit

Navigatie:

> Kaart > Oriëntatie > Altijd boven
> Auto Zoom > Aan
> Begeleidingstekst: Altijd weergeven
> Kaartzichtbaarheid: Auto
> Kaartinformatie: Standaard instellingen aanhouden

> Contouren tekenen > Uit

Routebepaling:
> Trendline pop. routing > Aan

> Routemodus: Wegwielrennen

> Berekeningswijze > Minimale afstand

> Zet vast op weg > aan - Dit is belangrijk omdat deze functie automatisch de GPX track omzet naar een route en deze netjes op de weg legt.

> Te vermijden wegen

> Doorgaande snelwegen > Uit (=volgen)

        Dit zijn provinciale wegen, geen snelweg.

> Tol wegen > aan (= vermijden)

> Onverharde wegen > Aan

> Veerboten > Aan

> Nauwe paden > Aan

Herberekenen > Automatisch

Navigatieaanwijzing: > Kaart

Waarschuwing scherpe bocht: > Uit

GPS-modus: > GPS

--

Dit is een goede basisinstelling voor een activiteitenprofiel.

Over het algemeen heb je niet meer informatie nodig.

Opmerking: Garmin Edge slaat altijd ALLE informatie op. Ook als deze niet zichtbaar is in een activiteitenprofiel.
Dus als bijvoorbeeld “hoogte” niet zichtbaar is, wordt deze nog wel opgeslagen.
Je kunt alle gegevens altijd bekijken in je Garmin account of op Strava.

Activiteitenprofiel: Klimmen

Als je in de bergen gaat rijden maak hier dan een extra activiteitenprofiel “Klimmen” voor aan.
Je hebt dan alle informatie, over hoogte, stijgingspercentage, afgelegde hoogte enzovoort beschikbaar op je Garmin Edge.
Omdat dit erg veel informatie is wil je dit niet in je standaard “
Wielrennen” activiteitenprofiel tonen.

Op deze manier houd je je standaard “Wielrennen” activiteitenprofiel overzichtelijk.
Selecteer het activiteitenprofiel “Klimmen” als je een route gaat rijden met hoogte meters.
Je kun zo eenvoudig van activiteitenprofiel wisselen, zonder dat je elke keer alle instellingen moet aanpassen.

Extra activiteitenprofiel: Klimmen

Selecteer Menusymbool > Activiteitenprofielen > Maak nieuw
> Kopieer bestaande > Selecteer het “
Wielrennen” activiteitenprofiel.

Pas de volgende instellingen aan:

Scherm 1: >



Kaart:
> Altijd
> Toon hoogteprofiel > Aan
> Indeling en gegevensvelden > 2 velden

Hoogte:
> Toon scherm > Aan
> Kies de gegevensvelden > “Snelheid”, en “Gradiënt”

ClimbPro (Alleen beschikbaar op Garmin Edge 830 en 1030):
Als je een activiteit aan het rijden bent wordt je actieve scherm door dit scherm 'overgenomen'.
Dit is alleen het geval als je een klim naderd.
Je hoeft het scherm niet handmatig tijdens de rit te wissellen, dit gebeurt automatisch.

> Tijdens klimtocht  

> Popup naderende klim > Aan

> Klimdetectie > Toon alle klimtochten

> Indeling en gegevensvelden > 2 velden > “Snelheid”, en “Gradiënt”.

Scherm 2, 3, 4, 5, 6: > Uit

Opmerking: Er zijn nog heel veel meer gegevens voor het klimmen beschikbaar.
Als je deze wil tonen gebruik hier dan scherm 2 voor.
Ik vind de meeste extra (klim)gegevens die je nog meer kunt tonen verwarrend en niets toevoegen.

Activiteitenprofiel: MTB

Als je een mountainbike activiteit of GPX route gaat rijden kies dan altijd voor het activiteitenprofiel “MTB”.
Het MTB activiteitenprofiel heeft andere instellingen dan “Wielrennen”.

Zonder te diep in te gaan op de technische achtergrond zijn de belangrijkste verschillen:
- De kaart die als ondergrond wordt gebruikt.
- Het GPX bestand is een track (volg het lijntje) en geen route (volg de weg).

De garmin Edge 830 en 1030 hebben een extra MTB modus.
Deze instellingen worden hier niet uitgelegd.

Activiteitenprofiel: MTB

Selecteer Menusymbool > Activiteitenprofielen


Naam: MTB
Kleur: Kies wat je leuk vindt
Gegevensschermen:

Scherm 1:

Kaart: > Altijd

Kompas:
> Toon scherm > Aan

> Gegevens velden > “Snelheid”, en “Afstand”.


Scherm 2: > Uit

Segment: > Uit

Standaardrittype: > Mountainbiken

Segmenten: > Uit

ClimbPro: > Uit

Waarschuwingen: Zet alle opties uit

Timer start-modus: Automatisch

Voeding/Hydratie: Verbruik bijhouden > Uit

Mountainbiken: Zet alle opties uit (Forksight, Reg grit/flow/spr/ sprngwaarsch)

Navigatie:

        Kaart: Standaardinstelling behouden, geen wijzigingen.

        Routebepaling:

                > trend pop routing > Aan

                > Routemodus > Mountainbiken

                > Berekeningswijze > Minimale afstand

                > Zet vast op weg > UIT

                > Te vermijden > Doorgaande snelwegen > aan (=vermijden)

                                > Tolwegen > Aan

                                > Onverharde wegen > Uit (=rijden)

                > Herberekenen > Automatisch

Navigatieaanwijzingen: > Kaart

Waarschuwing scherpe bocht: > Uit

GPS-modus: > GPS + Galileo (oudere toestellen GPS + Glonass)

Ga je klimmen met de mountainbike maak dan ook hier een extra activiteitenprofiel voor aan.

Extra activiteitenprofiel: MTB Klimmen

Selecteer Menusymbool > Activiteitenprofielen > Maak nieuw
> Kopieer bestaande > Selecteer het “
MTB” activiteitenprofiel

Pas de instellingen en schermen naar je eigen wensen aan.
Zie voor meer uitgelegd het activiteitenprofiel “Klimmen”.